Voor grensoverschrijdende goederentreinen met Oostenrijk had de DB de bouwserie 152 bedacht,
een lok van de EuroSprinter (ES64) familie, die zijn ontwikkeld ter vervanging van de eenheidslokomotieven.
De 152 (ES64 F) werd echter niet toegelaten in Oostenrijk, volgens internet omdat men in Oostenrijk bang was dat de bouwserie 152 schade aan de onderbouw (rails) zou toebrengen.
De Zwitserse lok van de serie Re460 was voor Oostenrijk als alternatief te duur.
Andere bekende loks uit de Eurosprinter familie zijn de bouwserie 189 (ES64 F4)
en de SBB Re474 (ook ES64 F4).
Siemens kreeg de opdracht op basis van de Eurosprinter een nieuwe lok te ontwerpen, de Taurus (ES64 U).
De 1016 (ES64 U) kan alleen op 15 kV 16,7 Hz AC (gebruikte bovenleidingspanning in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland) rijden, de 1116 (ES64 U2) kan ook op 25 kV 50Hz AC rijden
en de 1216 (ES64 U4) kan op 4 stroomsoorten (ook op 3000V en 1500V DC) rijden en is elektrisch vrijwel identiek aan de ES64 F4.
De Duitse bouwserie 182 is een Taurus van het model ES64 U2.
Het Märklin model is de 1016, het artikelnummer 39355 geeft aan dat het model een sinus motor heeft.
De sinusmotor geeft de lok uitstekende rijeigenschappen en de lok zal naar verwachting daardoor
zeer regelmatig op de zolderspoorbaan haar rondjes draaien.