Mijn broer Rob had als eerste grote lok een blauwe 110 (3039), mijn eerste grote lok was een 141 (3034).
Door de jaren heen heb ik een paar eenheidsloks erbij verzameld, een beige blauwe 140, een groene hoogvermogen met geluid 140 en vorig jaar een blauwe 110.
Slechts kort heeft Marklin een 110 met een strijkboutneus (bugelfalten) in het assortiment gehad, een Trix lok die ook als Marklin lok werd verkocht in de hobby serie.
Het gaat om een analoge beige rode 114 met artikelnummer 3033, een beige blauwe is alleen geleverd in een set met rijtuigen.
Na al diverse keren zonder succes op ebay op deze lok te hebben geboden had ik zaterdag (16 april 2011) wel succes, zelfs tegen een lagere prijs voor een nieuwe lok dan ik had verwacht.
Vandaag, woensdag 20 april 2011, werd de lok bezorgd.
Tuurlijk geef ik ook graag een toelichting op deze boeiende eenheidsloks.
Na WO2 was het de bedoeling één elok te construeren die voor alle treinsoorten ingezet kon worden. Dat bleek al snel (testrijden met de voorloop 110) niet mogelijk.
De 110 werd de sneltreinlok met een top van 140, de 140 is een 110 met andere overbrenging, maximumsnelheid 110 en wordt ingezet voor goederentreinen.
Een goedkopere uitvoering (minder sterk, lichtere trafo etc) werd de 141, die overigens werd ingezet voor zowel goederen als personentreinen.
De 110 met een top van 140 werd te weinig bevonden, er werd een gestroomlijnde uitvoering gebouwd met opnieuw een andere overbrenging waardoor deze 160 haalt, de 110.12.
Deze 110.12 is een aantal keer vernummerd, onder andere als 114 in de periode 1988 tot 1991 (deze Marklin lok).
De 110.12 vond men met haar top van 160 toch te langzaam voor TEE diensten,
de 103 werd onwikkeld voor een topsnelheid van 200.
De goederentreinlok 140 was niet krachtig genoeg voor zware ertstreinen en kon niet goed genoeg remmen in de bergen,
de 150 (een 6 assige lok, net als de 103) en de 139 (een verbeterde 140) werden ontwikkeld en gebouwd.
Voor treinen tussen Duitsland, Luxemburg en Frankrijk zijn meerstroomsysteemloks gebouwd, de serie 184.
Omdat er meer loks nodig waren voor de diverse diensten, zijn de 111 (verbeterde versie van de 110)
en 151 (verbeterde versie van de 150) een vervolg op de eerste eenheidsloks.
Op de foto's zijn diverse verschillen tussen de loks te zien, de rondlopende dakgoot vs de regengoot boven ramen en deuren,
enkele of dubbele lampen, afgeronde of vierkante luchtroosters, de bugelfalten neus, het extra zijraampje in de 114.
Het model van de 114 is langer dan de 110, volgens de literatuur (Estler) is dat onjuist. Oorzaak hiervan is dat de 114 een Trix model is die voorzien is van een Marklin 111 onderstel.
De lok is inmiddels omgebouwd naar digitaal met een ESU V4.0 (54610).
De ombouw had wat meer voeten in aarde dan normaal omdat de winkel abusievelijk de DCC versie van de ESU V4.0 meegegeven had.
Maar gelukkig is er sprake van een happy end!